16 mrt 2023

STOFFvzw in maart 2023

Staande bij een stadslandschap

Komende vanuit het centrum van Sint-Niklaas ligt het landschap rechts achter de huizen van de Hazewindstraat. Ik bereik die plek via een doorgang tussen twee gebouwen en stap tot aan de afsluiting. Daar maak ik de foto. De afsluiting is niet angstaanjagend, uitnodigend zelfs om er me langs te wringen. Ik doe het niet. Dit landschap is privé. Daar komen zou een inbreuk zijn tegen wettelijke voorschriften. Toch zal niemand me er betrappen, ik zie geen mens, niet tot in de verste verte. Het is zondag 16 oktober 2022. Er hangen lage wolken boven dit land, veel bomen zijn nog groen, het padje aan mijn voeten is zompig en het gras aan weerszijden, schraal.

Het is de eerste keer dat ik dit landschap zie. Toch weet ik er wat van. Ik vermoed dat die plek nog altijd eigendom is van mensen van of in de omgeving van Scheerders Van Kerchove’s verenigde fabrieken. Kortweg SVK. De fabriek was een klant van  mij in de tijd dat ik werkzaam was als beroepsfotograaf. Dat was in de jaren 60, 70, tot halfweg 80. Men vervaardigt er bouwmaterialen. Veel van die materialen bevatten asbest. Ondertussen is de productie en verkoop van asbest in veel landen verboden, ook hier. Het bedrijf bestaat nog. Maar waar er vroeger meer dan tweeduizend werknemers waren zijn er nu nog zo’n driehonderd. Dat meen ik te weten, niet zeker want veel van de geschiedenis van het bedrijf is van hun website verdwenen. Het woord ‘asbest’ werd geschrapt. Dit landschap ligt op twaalf minuten stappen voorbij de Grote Markt. Het zou 140 hectare zijn; zes hectaren verspreid over de hele site, worden nog gebruikt door het bedrijf.

Ik kijk naar de leegte met gemengde gevoelens. Wij van STOFFvzw kennen veel mensen die hier werkten en nadien stierven ten gevolge van het kwalijke mesothelioom, een zeer dodelijke kanker die getriggerd wordt door asbest, meestal vele tientallen jaren na de inademing. Nog altijd. Dat was ook zo met Wim De Cock, de man die mij de foto-opdrachten gaf. Hij stierf twee jaar geleden. Hij was erbij toen ik de realisaties fotografeerde, overal te lande tot in het noorden van Nederland en voorbij de Duitse grens. Asbestproducten waren gewild.

We zijn niet boos op een landschap, maar we kunnen niet begrijpen dat de bazen van deze fabriek nog altijd, en blijkbaar als laatste van dit land, blijven zwijgen over wat asbest aanrichtte en nog altijd aanricht. Het is nog erger als we vernemen dat ze ook geen half woord van medeleven over hebben voor de slachtoffers en niets dat in de verste verte verwijst naar een schuldbekentenis. Niet in de richting van de mensen die er werkten en niet naar de klanten die de gevaarlijke stoffen in hun huis installeerden.
Het opruimen van asbest is onbetaalbaar geworden. Ons land zit ermee. In deze regio zijn we tweevoudig recordhouder, een keer met de hoeveelheid asbest per persoon en nog een keer in het verzwijgen van wat gebeurde. Het contrasteert met het asbestleed. Wij van STOFFvzw worden er week na week mee geconfronteerd. Het houdt niet op.

Ondertussen verschuift veel geldgewin in deze streken van productie naar immobiliën. We zien het op de terreinen van de Boelwerf in Temse, die van Nobels Peelman in de noordkant van Sint-Niklaas, en ook hier ligt een enorm stuk grond te wachten om geld op te brengen. Voor wie? Ondertussen wekt het de indruk dat het bedrijf samen met het stadsbestuur goodwill creëert om deze letterlijk en figuurlijk vervuilde grond een onschuldig en rendabel aanschijn te geven. Daar gebruiken ze ‘cultuur’ voor. Er was al theater, de modeshow van de academie, straks komt er de Reynaert musical en daarna zullen ze er Sinterklaas in zijn ‘piste’ jagen. Ik zie een uitnodiging waarbij het rode logo van SVK en het blauwe van Sint-Niklaas, vrolijk naast elkaar staan, met aan weerszijden ook nog die van het theaterhuis Belcanto en Genesius.

Toch willen wij van STOFFvzw noch de fabriek noch het stadsbestuur beschouwen als vijanden. Niet alleen omdat het een oorlog zou zijn van macht tegen onmacht, neen, we willen op een genuanceerde manier aantonen dat deze belangrijke organisaties de realiteit van het nu en het verleden niet kunnen blijven ontkennen, dat ze alleen reageren op geld en cultuursnoepjes en geen enkel signaal geven van menselijk medeleven. Integendeel. We horen de verhalen van de asbestslachtoffers en kunnen ons inbeelden hoe pijnlijk de houding van het bedrijf en stadsbestuur ervaren wordt.

Staande bij dit landschap vraag ik me af wat er op den duur écht gebeuren zal met deze gronden? Wie er de winst zal opstrijken en wie de kosten van de vervuiling zal betalen? Het zijn geen kleinigheden, er is veel kostbare grond en tegelijk onnoemelijk veel menselijk leed. We kunnen niet veel meer dan te hopen op een lentebries van menselijkheid en zorgvuldig bestuur. Waarbij niet alleen het verleden, maar ook de nog altijddurende asbestellende niet genegeerd wordt.

Johan De Vos