Er was het verlangen naar hartverwarmende weidsheid en troostende gedachten maar alles werd verstoord door nog meer asbestellende, nog meer ontkenning, nog meer cynisme. Aan de ene kant is er de asbestkanker die ongeremd onschuldigen treft, aan de andere kant, die enkelen die het voor het zeggen hebben en met hun onverschillige houding de pijn en het verdriet aanwakkeren. Het is koud voor de tijd van het jaar.
Wij van STOFFvzw willen niet moedeloos worden. We doen voort met ons basiswerk: luisteren en registreren wat de asbestslachtoffers en asbestspecialisten ons vertellen. Hun getuigenissen zijn geschiedenis. We bewaren ze en geven ze door aan een betrouwbaar archief. Daar, en bij ons ligt het – onder strikte voorwaarden- ter beschikking voor wetenschap, cultuur en publicaties.
De zwarte moerbei in het Brouwershof is op een bijzondere manier geschikt om een levend monument te worden voor de asbestslachtoffers. Vanaf dit werkjaar willen we dat in schoonheid realiseren. Met voordrachten en gesprekken-rond-een-tafel willen we van gedachten wisselen over de realiteit van wat er in ons land gebeurt in verband met het asbest. Tenslotte, kan het niet anders dan dat het park-zonder-naam aan de achterkant van de Pater Segersstraat de naam krijgt van Christiane Thijs (1943 – 1988). Zij is het symbool van de werkende vrouw in het Land van Waas die onverwacht ook slachtoffer werd van het asbest. Het is een prachtig park daar, het verdient haar naam.
Op korte, middellange en lange termijn willen we de stem laten horen van de mensen die het slachtoffer werden van slordig en onverantwoord gebruik van asbest. Die slordigheid blijft duren. De verlaten, centraal gelegen terreinen en gebouwen van de gewezen asbestfabriek SVK in Sint-Niklaas moeten geld opbrengen. We stellen vast dat ze in samenwerking met het stadsbestuur aangewend worden voor culturele en andere evenementen. Maar wie kan de gebruikers en bezoekers verzekeren dat het daar asbestveilig is? Mogen we de eigenaars geloven? Ze hebben een slechte reputatie als het gaat over de communicatie in verband met de gevaren van asbest.
De door ons geïnterviewde slachtoffers van de kwalijke asbestkanker weten niet wanneer ze die moordende vezel hebben ingeademd, niet precies, want het is allicht tientallen jaren geleden en er is zoveel asbest in Vlaanderen. Neen, de bezoekers en gebruikers van die terreinen en gebouwen zullen niet meteen kanker krijgen. De asbestkanker manifesteert zich doorgaans pas na 10, 20 of zelfs 50 jaar, en meestal niet. Komt daarbij dat ze misschien wel goedkoop ‘cultuur’ brengen maar tegelijk meewerken aan een witwasoperatie, iets met geld, veel geld. Eerst de terreinen en gebouwen gebruiken en ze pas nadien grondig en betrouwbaar saneren is – geef toe – een ongezonde volgorde.
Johan De Vos
STOFFvzw
|